1957-1977

'We stonden er wel kritisch tegenover, maar conformeerden ons toch min of meer in bepaalde opzichten aan de AVSV'

↓↓↓↓↓↓↓

Voor de lustrumalmanak van 1967, door Marijke (jaar '59):

'Ja hoe wás de houding van Arktos tegenover het Corps? Over deze gewichtige klinkende vraag heb ik enige tijd nagedacht, zonder tot een uitspraak hierover te komen. Dat kan ook niet, want Arktos was in mijn tijd bepaald geen eensgezind front tegen het Corps, noch trok het er met vliegend vaandel op uit, om de zaak eens te gaan hervormen. We stonden er wel kritisch tegenover, maar conformeerden ons toch min of meer in bepaalde opzichten aan de AVSV. De mate waarin iedereen zich conformeerde was heel verschillend, zoals uit het volgende voorbeeld zal blijken:
Het feest ter ere van het Lustrum (1962) werd gehouden in de "Dromedaris" in Enkhuizen, een stemmige omgeving met vetpotjes versierd en avondkleding was verplicht - sommigen vonden dat juist passend, anderen vonden het "debiel". Het was er koud, het feest verliep heel rustig. Om een uur of één was het afgelopen; dit werd officieel meegedeeld. Een paar van ons vonden het toen pas leuk worden, schortten de lange rokken op, en gingen eens lekker aan de gang. Na een tijdje werd mij toegefluisterd, dat iemand erg van streek was, en dat ik "als praeses" enz. Ik ging kijken en in de W.C. trof ik een heel behuild persoon aan, dat mij snikkend toeriep: "In een net Dispuut (bedoeld werd: Beets)... als een feest uit is... dan is het ook uit" Maar hier!... En denkt u niet: dan zal dat wel geen Arktosiet geweest zijn, want het was er wel één, maar ja, in mijn tijd was Arktos (zie boven)...'

↓↓↓↓↓↓↓

Door José (jaar '65), voor de lustrumalmanak 1967:

'Ze zeggen anno 1967

Als je in Arktos wil, moet je om te beginnen...

Een klein beetje neuroties zijn, maar nauwelijks hinderlijk
Annelies beschouwen als de meest normale vrouw van Amsterdam
Je storten op Unica-feesten en Pallas-festijnen
Maar Beets of Hera verjongen voor de hockeydag
(want immers "there is no business like show-business")
Een taal studeren of iets anders cultureel acceptabels
Desnoods medicijnen, maar dan met bijvak dramaturgie
Met Bien naar het Corpsbal gaan of anders alleen
Af en toe even naar Spanje of Turkije uitwijken omdat
Amsterdam je soms zo geweldig benauwt...
Doorzakken met Maarten tot diep in de nacht
Radicaal-rechts zijn omdat het fijn "out" is
Toch koken voor de provo's, want het zijn echte lieverdjes!



Ellen zien als Arktos-mooiste
Lachen om de mensen die om jou willen lachen
Ooit eens verliefd zijn geweest op Pietje, al was het maar even
Houden van Arktos en het overal verdedigen
Niet vaak "kennen komen op Dispuutsavonden"
Teveel weten van Jules of Krijn, die je dus niet meer kunt groeten
Kothurne-lid zijn omdat de co-educatie met de ASTV je zo aanlokt
Mee-smuilen met Lips, die alles schijnt te weten
Begrijpen waarom Albee's laatste stuk is gevallen
en toch, niettegenstaande...
Volhouden dat Arktosieten volmaakte spontane wezens zijn
en vooral...
Bovenstaande regels beschouwen als de grootste onzin,
want wie weet nou eigenlijk hoe de doorsnee Arktosiet eruit ziet...'

↓↓↓↓↓↓↓

In de vroege jaren zeventig raakte het dispuut in een dal. Daar was de tijdgeest in sterke mate debet aan. Historicus P. Teeboom beschrijft dit in het boek Wij Amsterdamsche Studiosi. 150 jaar A.S.C./A.V.S.V. (2002):

'De tijdgeest was gericht tegen alles waar het Corps voor heette te staan en in de publieke opinie had het Corps een bijzonder slechte naam gekregen. Men vond het corps archaïsch en reactionair. De aantrekkingskracht van het Corps op nieuwe studenten werd steeds geringer. Steeds meer studenten meenden dat een vereniging als het Corps niet meer in een democratische maatschappij paste en werden daarom niet lid.'

Koninginnedag in Amsterdam, jaren '70

Maar het afgenomen aantal corpsleden was niet de enige reden van Arktos' dal. Teeboom vertelt:

'Vaak ontbrak het de disputen aan inzet. Veel disputen zagen hun actieve leden onder invloed van aantrekkingskracht van de wereld buiten het Corps steeds minder actief worden. Liever dan zich in te spannen voor het dispuut en zich te schikken in de mores, ging men op zoek naar nieuwe ervaringen buiten het Corps. Bij veel disputen voltrok zich een vergelijkbaar patroon: dispuutsbijeenkomsten werden niet goed bezocht met als gevolg dat er steeds minder activiteiten werden georganiseerd, schulden werden niet meer betaald, administraties niet meer bijgehouden, mores niet meer nageleefd en groen- en fleurtijdsactiviteiten nauwelijks meer bezocht. Vooral door dit laatste kwam de continuïteit van een dispuut direct in gevaar. In het algemeen tastte het grotere individualisme van de leden de dispuutsband aan. Men zag het nut van het instandhouden van het dispuut niet meer in.'

Rijen disputen werden opgeheven in deze magere jaren. Ook Arktos legde het loodje, na een belabberde fleurtijd in 1974. Een Arktosiet lichtte toe:

'We hebben gebrek aan jonge, actieve Arktosieten. Een dispuut kan mijns inziens niet leven met acht, negen actieve leden, laat staan dat we acht, negen actieve leden hadden. We hadden, inderdaad, als wij dat gewild hadden, als we alles op alles hadden gezet, kunnen fleuren, maar we hebben een eerste jaar helemaal niets te bieden. Het is gewoon, nou ja, het is afgelopen.'

De leden ontvingen het volgende schrijven:

'Waarde dispuutsvriendinnen,

Dit is de laatste brief die u van ons krijgt. Het is gebleken dat ons dispuut geen overlevingskansen meer heeft binnen het A.S.C.-A.V.S.V. De manier waarop wij met elkaar omgingen bestond voornamelijk uit borrels; samen iets organiseren anders dan vrijblijvende avondjes, lag niet onze lijn. Vele taken die vroeger door het dispuut werden waargenomen zijn nu in handen van groeperingen die buiten de vereniging vallen. Wij geloven dat juist deze dingen in Arktos heel belangrijk waren. Omdat er dit jaar niet genoeg leden waren om mee te kunnen doen aan de fleurtijd, hebben wij besloten Arktos op te heffen.'

↓↓↓↓↓↓↓

Zoals het Arktos betaamt, leidde de dood van Arktos tot verzet onder de oude garde. Daarvan getuigt een VPRO-radiouitzending, gemaakt door Arktosiet Kiki (jaar '57) tijdens de opheffingsvergadering van het dispuut. Hierin komt onder andere Dorie (jaar '48) aan het woord:

'Toen Annet (jaar '51) mij belde [over de opheffing] dacht ik: "Ha! Eindelijk is de vrouwenemancipatie voltooid; een dispuut, zo'n vrouwenclubje, is niet meer nodig, waarschijnlijk zitten ze allemaal in mannendisputen of zo; dit vind ik eigenlijk een soort... ja, een mijlpaal in de geschiedenis van de vrouwenemancipatie", maar, verdomme zeg, een uurtje later hoorde ik dat er in Amsterdam een huis voor geslagen vrouwen en hun kinderen was geopend en ik zei: het kan de vrouwenemancipatie niet wezen, de vrouwenemancipatie moet nog beginnen...
Wij, die altijd revolutionair dachten, wij die altijd schopten tegen de schenen van het establishment van de AVSV - het was een klein milieu, maar goed, het was een milieu om te beginnen om te leren schoppen tegen schenen - wij dachten: Arktos kán eenvoudig niet ophouden te bestaan (...).

(...)

En, als ik nou hoor - ik denk aan dat leven van de AVSV, hoe we daar allemaal liepen, in de jaren vijftig, wat mijn jaren waren, met een geweldig bord voor ons hoofd, dan denk ik: dat leven in Arktos, en in die AVSV, die we inderdaad een truttentroep vonden in die tijd, en waarschijnlijk is het nog steeds een truttentroep, dat is net een bestaan in zo'n mooi Amsterdams grachtenhuisje - ik heb zo'n huisje gehad samen met een paar dispuutsgenoten - daar heb ik nog steeds een zekere verhouding mee die ik nog niet geanalyseerd heb: ik weet niet of die incestueus is, of dat het meer iets is met dieren; ik heb het nooit kunnen analyseren, maar dat huisje dat kan ik nog steeds aaien als ik het zie!

(...)

Toch is tegenwoordig de behoudendheid "in". Het is heel progressief om behoudend te zijn. Er zijn actiegroepen voor het behoud van de Jordaan, voor witte neushoorns, voor jachtluipaarden, voor de Waddenzee, de Oosterschelde, de zeehondjes, de Nieuwmarkt, Artis, het IJsselmeer, de Purmer... maar niet is er een actiegroep voor het behoud van de Ursus Arktos... Nog niet.
Ik dacht: we stichten de actiegroep Ursus Arktos moet blijven! Maar ja, in die 14 dagen dat wij de zieke, de stervende, nog hebben laten leven met een soort negatief alcohol-infuus [noot redactie: oorspronkelijk was de opheffing veertien dagen eerder gepland. Het Arktos-bestuur bedacht zich en organiseerde toch nog een feestelijk einde], heb ik nagedacht over die actiegroep en gedacht: een dispuut is toch niets anders dan een permanente actiegroep; ze kan alleen maar bestaan door de steeds overgedragen permanente actie van haar actieve leden. En, als de actieve leden niet meer actief willen zijn, is de dood niet meer te vermijden. Is het nu werkelijk zo, dat "de vrouw niet meer kan dansen"... ja, inderdaad, en "de Beer niet meer studeren"? Misschien kan dat nu alleen nog maar buiten het wat overleefde clubje dat nu AVSV-ASC heet. (...) Dat is tenslotte wat ik hoop: dat zij altijd dansen en studeren mogen buiten dit gebouw [de sociëteit], in deze goede stad. Zoals de Provo-beweging, die mij zo na aan het hart ligt en waar ik - God zij dank! - nog één keer op heb kunnen stemmen voordat ik naar Rotterdam verhuisde, zoals de Provo-beweging die zich ophief om onder de mensen te gaan gisten en ageren, zo hoop ik dat de geest van Arktos, voor zover tenminste nog in deze stad aanwezig, zich uit zal spreiden buiten dit gebouw. Arktos is niet meer, maar, pas op, Amsterdam: de Beer is los!'

↓↓↓↓↓↓↓

Dezelfde Dorie vertelde later ook nog het volgende over de ophef rond de opheffing:

'Wij hoorden, op die gedenkwaardige, miserabele middag dat het mos was het vaandel van opgeheven disputen in de Agnietenkapel te hangen. Een dergelijk symbool van onomkeerbaar overlijden was onaanvaardbaar voor ons allemaal. Eugénie Kropveld pakte het vaandel dat achter de bar hing. Een robuuste jongerejaars wilde haar dat verhinderen. Eus won en rende met het vaandel naar buiten. Zij gaf het aan Hetty Stolk. Omdat het Hetty toch riskant leek het te houden (misschien zou dat opheffingsgeile clubje een inval in haar huis proberen te doen) heeft Hetty het vaandel weer aan Lot Stipriaan gegeven. In Lots huis heeft het gehangen, totdat het, in 1977, plechtig aan het opnieuw opgerichte Arktos kon worden overgedragen. Ons vaandel schijnt inmiddels door de mot te zijn opgegeten. Op sommige foto's is het nog te zien. Er stond een Beer op en geen sterrebeeld.'